Sanneke van Hassel weet in haar verhalen twee dingen heel goed te combineren: het gewone en het afwijkende. Dit lijkt een tegenstelling maar dat is het niet. Alle personages in de bundel Milde klachten zijn levensecht, je kunt ze bijna aanraken en iedere dag in Rotterdam op straat tegenkomen: een gewoon stel met twee puberdochters die de hele dag op hun telefoons kijken, een groep ouderen die een concert in de Doelen bezoekt of een alleenstaande moeder die ’s avonds kantoorpanden schoonmaakt. De omstandigheden zijn echter uitzonderlijk. De tien verhalen spelen in de tijd dat het Corona-virus rondwaarde. Deze gewone mensen proberen hun levens ondanks dat normaal te laten verlopen maar dat lukt niet altijd. Van Hassel laat haar personages dan verrassende, soms zelfs bizarre dingen doen.